De geschiedenis

Moeder Brecht zag op 7 februari 1989
het levenslicht

Moeder Brecht werd opgericht door haar stichters: Stefan Cuvelier, Dirk Geeraart, Luc Boeten en Koen Demarez. In het bijzijn van Geldhof Jean-Marie, de eerste peter.

Hoe de club ontstond werd op een studentikoze manier neergepend.

Op een druilerige winterse avond, het was immers 7 februari 1989, kwam een groepje havenloze jongelui hun versleten knokken warmen in een kleine gore kroeg om er samen te beraadslagen, wat ze konden aanvangen met hun ( meestal gebroste) vrije tijd in de Rodenbachstede.

Daar ze met allen waren in dat etablissement en daar ze nog rad van tong waren, konden ze de andere sukkelaars, die juist zoals zijzelf studie-moe waren gemakkelijk overtuigen echt iets( zogezegd) zinnigs uit de grond te stampen.

Gebaseerd op het feit dat ze altijd dorstig, nooit moe, jong en toch Roeselaars gezind waren, hadden ze al vlug een embleem voor hun vereniging samengesteld: een kanjer van een ton Rodenbach, het Stadswapen van Roeselare en last but not least de letter ‘B’, afkorting van wijlen Albrecht Rodenbach, die zinspeelt op de jeugdige leeftijd van deze veel te vroeg overleden dichter, schrijver en illustrerend student te Gent die de Vlaamse taal kon doen aanvaarden bij zijn toenmalige Franse universiteit (moest hij geweten hebben dat er zoveel gerstenat ter zijner gezondheid gedronken zou worden, dan zou hij zich omdraaien in ‘zijn’ graf, omdat hij er niet kon bij zijn!!!!!)

De kleuren (rood, wit en zwart) waren de originele clubkleuren van de in 1930 opgestarte HSC Rodenbach.

Deze club had zijn kleuren gelimiteerd tot zwart en wit, zodat onze club de vroeger kleuren kon overnemen, maar wel met een andere betekenis: wit en zwart, de stadskleuren en rood die symboliseerde de liefde voor deze nieuwe vereniging. Er restte nog één ding, een clublied.

Samen met Sabine Bruynooghe, die de melodie van het kersverse lied had gekozen, heeft Jean-Marie Geldhof in samenspraak met de 4 andere partizanen een tekst op ‘poten’ gezet die nu nog luid schallend door de Roeselaarse stede wordt gehoord.